Begrip/afkorting |
Omschrijving |
Toelichting |
AFM |
Autoriteit Financiële Markten |
Houd toezicht op financiële sector en dus ook op de pensioenen. |
ALV |
Algemene Ledenvergadering |
Op de ALV legt het bestuur tenminste een keer per jaar verantwoording af aan de leden over het gevoerde beleid. |
AOW |
Algemene Ouderdomswet |
Basisuitkering voor mensen die de AOW- |
Contante waarde |
Welk bedrag is nu nodig om de toekomstige pensioenbetalingen te kunnen voldoen. |
|
Dekkingsgraad |
Dit percentage geeft aan of het fonds voldoende geld heeft om de pensioenen nu en in de toekomst te betalen. |
Bij een dekkingsgraad van 100% is genoeg geld in kas om de opgebouwde pensioenen uit te keren. |
DNB |
De Nederlandsche Bank |
Toezichthouder pensioenen |
Franchise |
Bedrag waarover geen aanvullend pensioen wordt opgebouwd. |
Dit bedrag wordt afgeleid van de AOW. |
FTK |
Financieel Toetsingskader |
De voorgeschreven rekenmethodiek om de bezittingen van de pensioenfondsen te waarderen en de pensioenverplichtingen te berekenen. |
Indexatie |
Verhoging |
De wijze waarop de pensioenfondsen periodiek de pensioenen verhogen. Meestal is die verhoging voorwaardelijk en afhankelijk van de financiële positie van het fonds. |
Invaren |
Invaren |
Het proces waarmee de aanspraken van het opgebouwde pensioen in het huidige stelsel worden omgerekend naar een persoonlijk vermogen in het nieuwe stelsel. |
NP |
Nabestaandenpensioen |
Het pensioen dat bij overlijden van de deelnemer aan diens nabestaanden wordt toegekend. Wordt ook wel partnerpensioen genoemd. Ook het wezenpensioen valt onder deze term. |
Pensioenstelsel |
Pensioenstelsel |
Het totaal pensioen bestaande uit het basis pensioen de AOW, het aanvullende pensioen van het pensioenfonds, en eventuele derde pijlerpensioen in de vorm van een aanvullende verzekering of een bankproduct. |
PFZW |
Pensioenfonds Zorg en Welzijn |
Het pensioenfonds voor de mensen werkzaam in de zorg, de culturele instellingen, de welzijnssector en de Predikanten |
Pensioenraad PFZW |
Verantwoordingsorgaan |
Aan dit orgaan legt het PFZW bestuur verantwoording af over het gevoerde beleid. |
Projectierendement |
Projectierendement |
Het bij ingang van het pensioen aan te nemen rendement op basis waarvan een levenslang pensioen moet worden berekend. Dit rendement kent op basis van fiscale wetgeving een maximum van 33% aandelen in het nieuwe stelsel |
Rekenrente |
Rekenrente |
De rente op basis waarvan de verplichtingen van de pensioenfondsen moeten worden berekend. In het huidige stelsel is dit gebaseerd op de risicoloze rente van staatsobligaties. |
Rendement |
Rendement |
Procentuele winst of verlies dat pensioenfondsen maken met hun beleggingen. |
rts |
Rentetermijnstructuur |
Het verband tussen de looptijd van een vastrentende belegging enerzijds en de daarop te ontvangen marktrente. |
Sociale partners |
Sociale partners |
De werkgevers- en werknemersorganisaties die de inhoud van de pensioenregeling bepalen. |
Transitie |
Het omzetten van de rechten die zijn opgebouwd van de oude naar de nieuwe pensioenregeling. |
De risicoloze rente als basis van die berekening corrigeert het verleden onvoldoende. |
Transitieperiode |
De tijd tussen 1 januari 2023 en de invoering van de nieuwe regeling. |
Uiterlijk 1 januari 2027 |
Wtp |
De Wet toekomst pensioenen dat nu nog een wetsontwerp is en de uitgangspunten voor het nieuwe pensioenstelsel bevat. |
Het in wet- en regelgeving vastgelegde systeem van pensioenopbouw en uitkeringsregels. |