Uw pensioen bij PFZW

De beste en meest complete informatie over uw pensioen leest u op de website van PFZW onder MijnPFZW.

Veel leden vragen zich af wat hun netto pensioen zal zijn. Ook dat vindt u terug op dezelfde website. Komt u er via de website niet uit? Dan kunt u ook telefonisch contact opnemen met de klantenservice van PFZW (030-2775577).

En blijven er voor u onduidelijkheden, dan kunt u natuurlijk ook met vragen bij onze helpdesk terecht.

BPP krijgt regelmatig vragen van leden over hun opgebouwde pensioen. Een veelgehoorde vraag is bijvoorbeeld mis ik geen periode(s) waardoor mijn pensioen te laag is? Het antwoord daarop kan alleen PFZW u geven. U kunt voor alle vragen over uw pensioenopbouw contact opnemen met de klantenservice van het fonds.

Komt u er met het fonds niet uit? Dan kan de helpdesk van de BPP u eventueel ondersteunen. Wij kunnen u helpen door een heldere toelichting te geven, te bemiddelen richting PFZW of te verwijzen naar de juiste instantie.

Pensioen opgebouwd bij een ander fonds?
Als u bij één of meer andere pensioenfondsen of verzekeraars pensioen heeft opgebouwd, raadpleegt u 
www.mijnpensioenoverzicht.nl. Wanneer u in dit overzicht pensioenuitvoerders mist, kunt u met de servicedesk van deze website contact opnemen.

Kunt u aantonen, dat u in dienst was van een werkgever die was of is aangesloten bij PFZW of bij een ander fonds of verzekeraar, dan kunt u mogelijk pensioenaanspraken claimen. Let wel: er moet sprake zijn geweest van een arbeidsovereenkomst en van deelnemingsplicht volgens de toen geldende statuten en reglementen. Of de daarvoor verschuldigde pensioenpremie voor u wel of niet is afgedragen, is in principe niet relevant.      

Als u kunt aantonen dat u in dienst was bij een werkgever die was aangesloten bij PFZW of bij een ander fonds, kunt u mogelijk pensioenaanspraken claimen. Let wel: er moet sprake zijn geweest van arbeid, loon en gezagsverhouding - van een arbeidsovereenkomst - en van deelnemingsplicht volgens de toen geldende statuten en reglementen van het betreffende fonds.

Of de daarvoor ingehouden en verschuldigde pensioenpremie voor u wel of niet is betaald, is in principe niet relevant. Volgens de Pensioenwet en de statuten en reglementen van het fonds was de werkgever verplicht de premie af te dragen.     

In een toenemend aantal sectoren in de zorg komen cao-regelingen tot stand die het mogelijk maken om eerder te stoppen met werken. Dit kan dankzij de RVU-regeling (Regeling voor Vervroegde Uittreding). Werkgevers hoeven van 2021 tot 2025 geen heffing betalen over regelingen voor vervroegde uittreding (RVU-heffing) tot een bedrag dat netto overeenkomt met de AOW.

Voorwaarde hiervoor is dat uittreding plaatsvindt in de laatste drie jaar vóór de AOW-leeftijd. Werknemers krijgen dan als het ware eerder AOW, betaald door de werkgever. Zij kunnen dit zelf aanvullen, bijvoorbeeld met spaargeld of door hun aanvullend pensioen eerder in te laten gaan.

De BPP krijgt vaak de vraag wat de consequenties zijn van het gebruik maken van deze regeling. Deze regeling kan weliswaar samenhangen met pensioen, maar is per cao heel verschillend geregeld in de sectoren die onder PFZW vallen.

Neem bij vragen hierover gerust contact op met onze helpdesk.

Een heel acute vraag voor veel van onze leden die met pre-pensioen zijn.

Bij het eerder met pensioen gaan dan de AOW-gerechtigde leeftijd, is er binnen de pensioenregeling van PFZW de mogelijkheid om vanaf 5 jaar voor die pensioenleeftijd vervroegd uit te treden (Voor meer informatie hierover, zie de vragen onder het kopje 'flexibel pensioen').

De belastingdienst vraagt dan de toezegging om niet weer opnieuw aan het arbeidsproces deel te nemen voor het deel dat u al met pensioen bent gegaan. Vanwege de crisismaatregelen die getroffen zijn, heeft de belastingdienst echter aangegeven dat deze toezegging niet hoeft te worden nagekomen. U bouwt zelfs weer pensioen op, tenzij u een leeftijd heeft die boven de ingangsdatum van de AOW ligt.

In 2023 ontvangt u uw pensioen uiterlijk op:

• 23 januari
• 23 februari
• 23 maart
• 24 april
• 23 mei (inclusief vakantiegeld)
• 22 juni
• 24 juli
• 23 augustus
• 21 september
• 23 oktober
• 23 november
• 21 december

Uw pensioen wordt elke maand naar u overgemaakt. In mei ontvangt u twee betalingen, het pensioen en het vakantiegeld. 

Over onze pensioenen bestaan nog steeds veel onduidelijkheden bij de deelnemers. Eén van de veel voorkomende vragen is: zit er straks nog wel voldoende geld in de pensioenkas wanneer ik met pensioen ga? Of wordt mijn pensioengeld nu opgemaakt door de huidige generatie gepensioneerden? Krijg ik de door mij betaalde premies straks wel terug of kan ik beter zelf sparen? Die onrust is door alle berichtgeving in de media wel begrijpelijk, maar kan op basis van de feiten worden weggenomen.

Zelf sparen of pensioenpremie betalen?
De feiten geven aan, dat iedere betaalde euro pensioenpremie niet alleen terugkomt als uitkering, maar dat het totaal uit te keren bedrag drie tot vier keer hoger is door de beleggingen van het pensioenfonds. En dan gaat het niet alleen over de premies die de deelnemers zelf betalen, maar ook over de werkgeversbijdrage. 

Is er straks nog genoeg?
De aanvullende pensioenen in Nederland zijn kapitaal gedekt. Dit betekent, dat de afgedragen pensioenpremies - door zowel de werknemers als de werkgevers - meteen worden belegd. Met de beleggingsrendementen bouwt het pensioenfonds voor u het kapitaal op dat nodig is om later uw pensioen uit te keren. Wet- en regelgeving en toezicht zien daarop toe. Het antwoord op deze vraag is dus "ja".   

En hoe zit het met de AOW?
Anders dan bij uw pensioen, wordt de AOW gefinancierd volgens het omslagstelsel: de jaarlijkse premie-inkomsten zijn gelijk aan de uitkeringen van dat jaar. Zeker in het verleden werd de AOW voor een belangrijk deel gefinancierd uit de premies die de werkenden betaalden. Maar door de toename van het aantal ouderen en de afname van de beroepsbevolking komt een deel van de benodigde gelden uit de algemene middelen.     

Alle pensioenfondsen, ook PFZW, passen een zogeheten franchise of premievrije voet toe. Dat is het deel van het salaris waarover geen premie wordt betaald. Ook vindt hierover geen pensioenopbouw plaats, omdat het pensioenfonds rekening houdt met de toekomstige AOW-uitkering. De wet schrijft dit voor om bovenmatige pensioenopbouw te voorkomen. 

De premievrije voet wijzigt in principe ieder jaar. Het pensioenfondsbestuur stelt de hoogte van de franchise vast binnen de marges die de fiscus daarvoor aangeeft.