Ons pensioenfonds PFZW kan per 1 januari niet indexeren. Een teleurstellend bericht, dat natuurlijk veel vragen oproept. Cees Michielse licht dit besluit toe.
We horen vooral onbegrip over het feit dat de dekkingsgraad maar 0,2 punt te laag is om de pensioenen wel te kunnen verhogen. De indruk bestond namelijk dat het pensioenfonds bij een dekkingsgraad van 110 de inflatie van 3,5% wél zou kunnen compenseren (de dekkingsgraad bedroeg nu 109,8).
Het pensioenfonds heeft dit in eerste instantie niet duidelijk uitgelegd. Daar zijn wij als belangenvereniging op ingesprongen door onze achterban snel de volgende uitleg te geven:
1. Het pensioenfonds is niet vrij om af te wijken van het reglement, dat is gebaseerd op de wet- en regelgeving van het huidige stelsel.
2. Bij een dekkingsgraad van 110 zou indexatie weliswaar mogelijk zijn, maar de wet- en regelgeving bepaalt dat de maximale indexatie niet 3,5% maar slechts 0,7% zou zijn geweest.
Helaas pakken de magere voorspellingen van de overheid over onze koopkracht in de praktijk nog slechter uit. Voor een overzicht van de koopkracht van onze gepensioneerden in 2025, zie onze toelichting onderaan deze pagina. Ook brengen wij graag een interessante publicatie van DNB over de hoge Nederlandse inflatie onder uw aandacht.
Het uitblijven van indexatie maakt voor ons duidelijk dat de invoering van het nieuwe stelsel zo snel mogelijk moet plaats vinden. De beleggingsresultaten van het fonds zijn immers nog steeds goed. Terwijl de teleurstellende ontwikkeling van de dekkingsgraad opnieuw komt door de dalende rente. De verder dalende rente die we ook voor het komende jaar verwachten, zal pas na de invoering van de nieuwe pensioenregeling veel minder effect hebben.
Het kabinet en het Nibud gaan uit van een verhoging van de aanvullende pensioenen met 3,1%. In de tabellen van het Nibud neemt de koopkracht van bijna alle gepensioneerden dan toe: de verandering in koopkracht is -0,1% tot 1,5%.
De pensioenen van PFZW blijven ongewijzigd
Gecorrigeerd voor het niet verhogen van de pensioenen door PFZW wordt zichtbaar dat:
De verandering in koopkracht is -1,8% tot 0,8%.
Cees Michielse, secretaris BPP