De kogel is door de kerk, de nieuwe pensioenwet is nu een feit. Hoe deze wet voor u persoonlijk gaat uitpakken? Daarvoor gaan wij ons de komende tijd nog hard inzetten…
De nieuwe pensioenwet is per 1 juli officieel ingevoerd. Toch zal pas in de komende jaren duidelijk worden wat deze wet voor u persoonlijk betekent. Pensioenfondsen hebben tot 1 januari 2028 de tijd om de pensioenen om te zetten naar de nieuwe pensioenregeling. Ons pensioenfonds PFZW streeft ernaar om dit op 1 januari 2026 al voor elkaar te hebben. Zij zullen de bestaande aanspraken dan omzetten naar persoonlijke pensioenpotjes.
De Wet toekomst pensioenen (Wtp) geeft aan dat dit op een manier moet gebeuren die voor alle betrokkenen tot een evenwichtig resultaat leidt. De financiële situatie van het pensioenfonds op het moment van de overgang speelt daar echter een grote rol in. En niemand kan voorspellen wat de resultaten van de beleggingen en de ontwikkeling van de rente tussen nu en die overgangsdatum zijn.
De BPP heeft als vertegenwoordiger van de gepensioneerden daarom het hoorrecht toegekend gekregen. Dit hoorrecht is voor het eerst in de geschiedenis opgenomen in de wet, dankzij de lobby van onder andere de Koepel Gepensioneerden. Hiermee kunnen we de voorstellen van de sociale partners tijdens het proces beoordelen en beïnvloeden. Jaap van der Spek, vicevoorzitter van de BPP, vertegenwoordigt ons in dit belangrijke overleg met sociale partners.
Vervolgens zal het pensioenfonds dit resultaat beoordelen en in het bijzonder letten op de evenwichtigheid voor alle deelnemers en de praktische uitvoerbaarheid. Wat het begrip evenwichtigheid precies inhoudt, is nog niet zo eenvoudig uit te leggen. Voor een uitgebreide uitleg, verwijzen naar de handleiding over dit onderwerp die het ministerie van Sociale Zaken op 30 juni publiceerde voor sociale partners, pensioenfondsbesturen en gepensioneerdenorganisaties.
Ten slotte hebben we in de eindfase verzwaard adviesrecht via de vertegenwoordiging van de BPP in de Pensioenraad van PFZW.
Met deze inspraak kunnen wij zorgen voor een uitkomst die ook voor gepensioneerden tot verbetering zal leiden. Gelukkig staat al in de wet dat de indexatie-achterstanden van gepensioneerden worden meegenomen bij de verdeling van het vermogen naar de persoonlijke potjes.
De BPP zet zich de komende periode in voor twee belangrijke doelen:
1. In de periode tot aan de transitie willen wij een optimaal indexatie-beleid, zodat de koopkracht van gepensioneerden niet verder wordt aangetast. Tegelijkertijd waken wij ervoor dat de dekkingsgraad op het moment van transitie ruim boven de 100% uitkomt. Zodat het pensioenfonds voldoende ruimte heeft om de verplichte reserves aan te houden én de pensioenen te kunnen verhogen.
2. Bij de transitie moet de hoogte van de bestaande uitkeringen tenminste gelijk blijven. Daarna moet er een reële kans op koopkrachtbehoud voor gepensioneerden zijn.
Is daarmee alles geregeld? Nee, zeker niet. Andere belangrijke punten die onze zorg vragen, zijn:
Deze punten maken de komende periode intens, spannend en heel belangrijk. De BPP is er klaar voor om in het overleg daarover uw belangen te verdedigen.
Naast de kracht van de kennis die wij inbrengen, speelt bij de onderhandelingen ook de grootte van onze belangenvereniging een belangrijke rol. Daarom roepen wij u van harte op om mee te helpen het ledental van de BPP te versterken. Bijvoorbeeld door deze nieuwsbrief door te sturen aan bekenden in de zorg.
Cees Michielse