Op 9 januari organiseerden wij een bijeenkomst voor onze leden. We wilden u bijpraten over de nieuwe pensioenregeling van PFZW per 1 januari 2026. Onze conclusie: de regeling pakt ook voor de gepensioneerden goed uit.
Ruim 60 leden van de BPP kwamen in Zeist bijeen. Als belangenvereniging wilden wij de nieuwe pensioenregeling van PFZW graag toelichten. Deze regeling zal op 1 januari 2026 worden ingevoerd.
Ook het transitieplan kwam aan de orde, voor ons een belangrijk punt. Daarin staat hoe onze opgebouwde aanspraken in de huidige regeling omgezet gaan worden naar een persoonlijk aandeel in het fondsvermogen (vaak ook aangeduid met de term “persoonlijk pensioenpotje”).
Voor onze leden die er niet bij konden zijn, volgt hier een verslag van de middag.
De bijeenkomst vond duidelijk plaats in een periode dat de griep en corona volop heersten. Twintig aanmelders hadden zich om die reden op het laatste moment afgemeld, waaronder ook de voorzitter van onze vereniging.
Jaap van de Spek nam als onze vicevoorzitter echter de honneurs op een vaardige manier waar. Hij deed dit samen met Cees Michielse. Cees vertegenwoordigt ons in de Pensioenraad, dé plek voor medezeggenschap bij het pensioenfonds. Hij gaf deze middag een toelichting op de inhoud van de nieuwe pensioenregeling. Jaap vertelde op zijn beurt hoe wij via het hoorrecht onze stem konden laten horen over het conceptakkoord. Daartoe vertegenwoordigde hij ons in een overleg met sociale partners.
De conclusie van beide inleiders luidde als volgt: het pakket van afspraken biedt een evenwichtige uitkomst voor zowel gepensioneerden als actieve deelnemers. Deze uitkomst werd door de aanwezigen, na toelichtingen op details, breed gedeeld.
Het spreekt vanzelf dat veel vragen betrekking hadden op de gevolgen voor de gepensioneerden. Zonder daarbij uit het oog te verliezen dat ook onze kinderen en kleinkinderen in de toekomst een goed pensioen moeten krijgen.
Ook kregen we relatief veel vragen waren over het nabestaandenpensioen. Gelukkig konden wij iedereen geruststellen. Voor de reeds gepensioneerden verandert er namelijk niets. In het nieuwe stelsel kunnen we zelfs een betere indexatie verwachten dan in het huidige stelsel.
Naast tevredenheid over de uitkomsten van de nieuwe afspraken, hoorden wij ook de nodige zorgen. Die nemen wij als belangenvereniging mee in ons beleid. Op weg naar de overgang in 2026 letten wij op de volgende punten:
De nieuwe pensioenwet kent voor- en tegenstanders. Hoe kijken wij daar tegenaan? De BPP vindt dat we via zorgvuldige besluitvorming tot de nieuwe wet zijn komen. Deze is sinds 1 juli 2023 al van toepassing. Om de wet straks te kunnen uitvoeren, zijn er al veel, vaak ook kostbare, maatregelen genomen. Bovendien zou terug naar af betekenen dat de oude situatie weer van kracht wordt. De afgelopen 13 jaar heeft dit ervoor gezorgd dat de pensioenen niet verhoogd konden worden!
In het artikel 'Politieke discussie laait weer op', gaan we in op het politieke debat hierover op 17 januari.
Cees Michielse, secretaris BPP